Als we teruggaan in de historie van het schaatsenrijden, zullen we tot de ontdekking komen dat het meer glijden dan rijden was. Reeds voor de 15e eeuw bewoog de mens zich voort op bevroren water (ijs) en wel d.m.v. een slede of een glis (een glad been van een koe of een paard). Daarin werden gaten gemaakt om ze onder de schoen te bevestigen met een pees of een band en door het afzetten met een prikstok (langlauf-principe) bewoog men zich voort.

Omstreeks het begin van de 15e eeuw zijn er smeden geweest die zijn begonnen met het maken van schaatsen die geheel uit ijzer waren opgebouwd. In latere perioden werd het glij-ijzer in een houten voetzool gemonteerd.


Opmerkelijk is dat de Groninger smeden, in samenwerking met de stelmaker (timmer-man) en de zadelmaker/schoenhersteller een aantal paren schaatsen volgens een kenmerkend proced maakten. Helaas is niet te achterhalen wie deze smeden waren en waar ze gewerkt hebben. Men had niet de gewoonte de naam in het ijzer te slaan, zoals de Friese schaatsenmakers.

In het Groninger Schaatsmuseum gaat men terug naar voornoemde tijd om uiteindelijk via diverse modellen van de vele schaatsfabrikanten, posters en beeldjes en alles wat met de schaatssport te maken heeft in de 20e eeuw terecht te komen.

Il n'y a actuellement aucune offre disponible.