
MEER WETEN OVER
Het Damsterdiep is het kanaal dat tussen de stad Groningen en Delfzijl ligt, waar het uitloopt in de Eems. Het is genoemd naar Appingedam, waar het doorheen loopt en waarvan het bijvoeglijk naamwoord Damster is. De Delf (Damsterdiep) en de Deel (Winsumerdiep) zijn gegraven om het water af te voeren dat opgesloten raakte in de laagten tussen het Drents plateau en de kwelderruggen van het Hogeland. Hiervoor kwam de organisatie 'De Acht Zijlvesten' tot stand, een samenwerking van de ingelanden van het lage land, genoemd naar de acht zijlen waardoor zij loosden (Bedumerzijl, Kardingerzijl, Mudesterzijl, Vismaarzijl, Wijmerszijl, Garreweersterzijl, Oudezijl en Eelwerderzijl).
In 1370 kregen Middelbert en Engelbert toestemming om hun water via het Scharmerzijlvest op de Eems te lozen. In 1424 en 1434 volgden ook het Groninger Oosterhamrik en het Westerhamrik dit voorbeeld. In 1424 werd bepaald dat de Groningers hiervoor een nieuw afwateringskanaal zouden graven. Zo is het tussen Oosterhoogebrug en Dijkshorn gelegen gedeelte van het Damsterdiep tot stand gekomen.
De Groningers moesten ook bijdragen aan het onderhoud van het reeds bestaande kanaal, en wel tot aan de Popingeweg (bij Ekenstein). Volgens informatie in het ‘Wierumer Zijlboek’ is het tussen Ten Post en Winneweer gelegen deel van het Damsterdiep het resultaat van het afsnijden van enkele Fivelkronkels dat omstreeks 1435 moet worden gedateerd.
Door de aanleg van het Damsterdiep dat niet alleen de waterhuishouding diende maar ook als vaarweg werd benut, kwamen de Groningers in direct contact met Fivelgo, de Eems en het Klei-Oldambt. Dit leidde tot confrontaties met de stad Hamburg en plaatselijke hoofdelingen.
Het Damsterdiep speelde een belangrijke rol in de economie van de stad Groningen. Toen in 1580 de Staatse bezetting van Niezijl de vaart over het Reitdiep en de Lauwerszee verhinderde was het Damsterdiep zelfs de enige verbindingsweg tussen de stad en de zee. Om die reden was de Staatse verovering van Delfzijl (2 juli 1591) een zware slag voor Groningen. Toch duurde het nog drie lange jaren voordat prins Maurits en graaf Willem Lodewijk erin slaagden de stad tot overgave te dwingen.